Jongens presteren na de lagere school gemiddeld minder goed dan verwacht, meisjes juist beter

Jongens en meisjes scoren op de basisschool ongeveer even goed, maar vanaf de middelbare school doen meisjes het beter. In de meeste gevallen beginnen jongens en meisjes op de middelbare school binnen het onderwijstype dat past bij hun score op de Cito-eindtoets. Drie jaar later volgen veel jongens echter een lager onderwijstype en meisjes juist een hoger. Ook is het aandeel dat de middelbare school zonder diploma verlaat bij jongens al minimaal 15 jaar hoger dan bij meisjes. Vooral jongens met laagopgeleide ouders doen het minder goed op school dan verwacht op basis van hun Cito-toetsscore. Dat maakt het CBS vandaag bekend.

Zo de ouden zongen, zo scoren de jongen?

Aan het einde van groep 8 maken de meeste basisschoolleerlingen de Cito-eindtoets die medebepalend is voor het onderwijstype dat zij na de basisschool gaan volgen. Meisjes en jongens scoren gemiddeld even goed op deze toets. Er is een sterke samenhang tussen het opleidingsniveau van de vader (of moeder) en de behaalde Cito-score. Kinderen van laagopgeleide ouders scoren vaker lager dan kinderen van hoogopgeleide ouders.

Cito-score en onderwijstype naar opleidingsniveau vader

Cito-score en onderwijstype naar opleidingsniveau vader

Kinderen van hoogopgeleide ouders veel vaker op vwo

Ook na drie jaar middelbare school is dat zo: kinderen volgen vaker dan gemiddeld de laagste leerweg binnen het vmbo als ze een vader hebben met een laag opleidingsniveau. Hebben kinderen een vader met een middelbare opleiding, dan volgen ze vaak een van de andere vmbo-leerwegen of de havo. Kinderen van een vader met een hoge opleiding gaan het vaakst naar het vwo.

Onderwijstype drie jaar na Cito-toets naar opleidingsniveau vader

Onderwijstype drie jaar na Cito-toets naar opleidingsniveau vader

Jongens na 3 jaar in lager onderwijstype, meisjes in hoger

De meeste jongens en meisjes volgen drie jaar na de basisschool een onderwijstype dat overeenkomt met de behaalde Cito-score in groep 8. Vijftig procent van de kinderen van laagopgeleide vaders en zelfs 60 procent van de zonen van hoogopgeleide vaders volgen het onderwijstype dat verwacht kon worden op basis van de Cito-toets. We zien wel dat jongens relatief vaak een lager onderwijstype volgen dan verwacht (gemiddeld 24 procent), terwijl meisjes juist vaker beter presteren en in onderwijstype stijgen (ruim 30 procent). Kinderen van hoogopgeleide vaders dalen het minst vaak in onderwijstype.

Voortgang onderwijscarrière drie jaar na Cito-toets naar opleidingsniveau vader

Voortgang onderwijscarrière drie jaar na Cito-toets naar opleidingsniveau vader

Bron: