Ouderlijk gezin beïnvloedt timing eerste moederschap
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen is de afgelopen decennia sterk toegenomen. De gezinssituatie waarin meisjes opgroeiden is van invloed op de timing van het moederschap. Zijn de eigen ouders hoog opgeleid, dan stellen vrouwen het krijgen van kinderen langer uit. Groeien meisjes op met beide ouders, dan beginnen ze later maar wel vaker aan kinderen. Als meisjes veel broertjes en zusjes hebben, worden ze eerder en vaker moeder. Vrouwen uit kleine gezinnen blijven vaker kinderloos.
Steeds later moeder
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen is de afgelopen decennia sterk toegenomen van ruim 24 jaar voor kinderen geboren in 1970 tot bijna 30 jaar in 2013. Meer dan een derde van de vrouwen die zijn geboren in de jaren vijftig had voor de 25e verjaardag al een kind. Voor vrouwen die zijn geboren in de jaren 1960–1970 ligt dat aandeel veel lager (17 procent en 14 procent). Uitstel betekent meestal geen afstel. Voor vrouwen die zijn geboren in de jaren vijftig ligt het aandeel kinderloze 40-jarigen op 17 procent. Van de tussen 1950 en 1960 geboren vrouwen is uiteindelijk 19 procent op die leeftijd nog kinderloos. Overigens is het aantal kinderen dat moeders krijgen redelijk constant gebleven in de loop van de tijd.
Vrouwen, ooit kinderen gekregen tot een bepaalde leeftijd, naar geboortecohort
Hogere opleiding vader, later kinderen
Het opleidingsniveau van de ouders speelt een rol bij de timing van het krijgen van het eerste kind. Hoe hoger de opleiding van de vader, hoe later vrouwen voor het eerst moeder worden. Elke generatie vrouwen met een laagopgeleide vader heeft vaak al één of meer kinderen op hun 25e. Van de vrouwen die zijn geboren in de jaren vijftig met een hoogopgeleide vader kreeg 15 procent hun eerste kind voor hun 25e. Bijna 40 procent van de vrouwen met een laagopgeleide vader had op die leeftijd al een of meer kinderen.
De verklaring voor dit verband is dat kinderen van hoogopgeleide ouders zelf ook vaker een hoge opleiding hebben. Hun uitstelgedrag wordt veroorzaakt door hun relatief lange opleidingstraject. Laagopgeleiden krijgen gemiddeld eerder kinderen omdat ze eerder in hun leven toe zijn aan gezinsvorming: ze zijn immers eerder klaar met school. Ten slotte blijkt dat ook het toegenomen opleidingsniveau van vaders een verklaring is voor het uitstelgedrag van hun dochters.
Vrouwen, ooit kinderen gekregen tot een bepaalde leeftijd, naar geboortecohort en onderwijsniveau vader
Dochters uit gebroken gezin sneller moeder
Kinderen uit een eenoudergezin zijn eerder toe aan een partnerrelatie en een eigen gezin dan kinderen die zijn opgegroeid bij twee ouders. Van de vrouwen die zijn geboren tussen 1960 en 1970 en opgroeiden met één ouder was 19 procent moeder op hun 25e. Woonden ze met beide ouders, dan was 16 procent op die leeftijd moeder. Opvallend is dat vrouwen die opgroeiden in een gezin met twee ouders gemiddeld later, maar uiteindelijk wel vaker moeder worden.
Vrouwen, ooit kinderen gekregen tot een bepaalde leeftijd, naar geboortecohort en gezinstype vroeger
Hoe meer broers en zussen, hoe eerder en vaker zelf moeder
Voor 1950-'60 en 1960-'70 generaties blijken vrouwen uit kleine gezinnen hun moederschap vaker uit te stellen of af te stellen dan vrouwen uit grote gezinnen. Een op de tien vrouwen die in de jaren zestig zijn geboren en zijn opgegroeid in een klein gezin kregen hun eerste kind voor hun 25e. Van de vrouwen uit een groot gezin is dat één op de vijf. Verder is bijna een kwart van de vrouwen die zijn geboren in de jaren vijftig en uit een klein gezin komen tot en hun 40e kinderloos gebleven. Van de vrouwen uit grote gezinnen is dit 10 procent.
Vrouwen, ooit kinderen gekregen tot een bepaalde leeftijd, naar geboortecohort en gezinsgrootte vroeger
Arie de Graaf en Ruben van Gaalen
Bron: StatLine,
Downloads
- PDF - 2013-03-01-b15-art