Meeste werklozen willen een deeltijdbaan
Het merendeel van de 664.000 mensen die in het eerste kwartaal van 2015 werkloos waren, zoekt een deeltijdbaan: 58 procent. Vooral werkloze scholieren, studenten en vrouwen zochten deeltijdwerk. Vergeleken met 2008 is de gewenste arbeidsduur van werklozen iets toegenomen. Dat meldt CBS.
Ruim vier op de tien wil voltijd werken
Van alle werklozen wilde 42 procent een voltijdbaan, dat wil zeggen van 35 uur of meer per week. Onder de werklozen die een deeltijdbaan wensten kwam de voorkeur voor een deeltijdbaan van 20 tot 28 uur het vaakst voor. Een op de zes werklozen wil minder dan 12 uur per week werken.
Toename gewenste arbeidsduur
De gewenste arbeidsduur van werklozen is van gemiddeld 26 uur per week in 2008 gestegen naar 28 uur in 2014. Vooral in 2009 en in 2013 was er een flinke toename. Deze hing samen met een relatief grote instroom van werklozen die een voltijdbaan hadden. Hun gewenste arbeidsduur is relatief hoog vergeleken met werklozen die eerder een deeltijdbaan hadden. Vóór 2008, toen de conjunctuur zich nog relatief gunstig ontwikkelde, nam de instroom van werklozen die een voltijdbaan hadden af en daalde de gewenste arbeidsduur.
Werkloze mannen zoeken vaker voltijdbaan
Werkloze mannen hebben veel vaker een voorkeur voor een voltijdbaan dan werkloze vrouwen. In het eerste kwartaal van dit jaar wenste 61 procent van de werkloze mannen een voltijdbaan. Van de werkloze vrouwen was dat 22 procent.
Het verschil in de gewenste arbeidsduur tussen werkloze mannen en vrouwen is het grootst bij ouderparen. Onder ouderparen gaf 78 procent van de werkloze mannen de voorkeur aan een voltijdbaan, terwijl dit van de werkloze vrouwen 10 procent was.
Naast studie deeltijd willen werken
De meeste werkloze jongeren zijn nog bezig met een opleiding of studie. In de eerste drie maanden van dit jaar ging het om bijna drie kwart van alle werklozen van 15 tot 25 jaar. Ruim 60 procent van hen was op zoek naar een baan tot 12 uur in de week. Van de niet-onderwijsvolgende jongeren gaf het grootste deel, bijna twee derde, de voorkeur aan een voltijdbaan, meer nog dan van de oudere werklozen.