Bijstandsafhankelijkheid neemt vooral in Noord-Nederland toe
Sinds 2004 is het percentage mensen met een bijstandsuitkering vooral toegenomen in gemeenten in het noorden. Dat zijn veelal gebieden waar de bevolking krimpt. Aan de randen van het land waar de inwonersaantallen ook dalen, is het aandeel mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering hoog. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
In 31 gemeenten is de bevolking tussen 2004 en 2014 met minimaal 4 procent gekrompen. In deze krimpgemeenten is het aandeel van de 15 tot 65-jarigen met een bijstandsuitkering of een uitkering voor arbeidsongeschiktheid hoger dan elders in Nederland. Bovendien zijn de verschillen tussen deze krimpgemeenten en de rest van Nederland de laatste jaren toegenomen. In de voornaamste krimpgemeenten week het bijstandsgebruik in 2004 nauwelijks af van het Nederlands gemiddelde van 4 procent. In 2014 is het aandeel bijstandsuitkeringen in de krimpgemeenten gestegen tot gemiddeld 5 procent, terwijl het in de overige gemeenten van Nederland gemiddeld op 4 procent bleef. Ook wat betreft uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid zijn de krimpgemeenten verder achterop geraakt bij de overige gemeenten in Nederland. Tussen 2004 en 2014 daalde in Nederland het gebruik van deze uitkeringen tot onder de 7 procent, terwijl dit in de krimpgemeenten nauwelijks is gedaald en in 2014 gemiddeld nog steeds boven de 10 procent ligt.
Het ruimtelijke patroon van het aantal 15- tot 65-jarigen met een bijstandsuitkering is de afgelopen tien jaar veranderd. In de vier grote steden hebben relatief veel mensen een bijstandsuitkering, maar dat aandeel is sinds 2004 wel gedaald. Het aandeel mensen met een bijstandsuitkering is juist toegenomen aan de randen van Nederland en dan vooral in de noordelijke provincies. Zo nam het aandeel met een bijstandsuitkering met ruim 2 procentpunt toe in Pekela en Oldambt. Ook in veel andere gemeenten in Noord-Nederland nam het aandeel met een bijstandsuitkering met 1,5 procentpunt of meer toe. Een uitzondering is de stad Groningen, daar nam het aandeel bijstandsontvangers sinds 2004 af.
15- tot 65-jarigen met bijstandsuitkering, mutatie tussen 2004 en 2014 (%)
Aan de randen van Nederland hebben ook relatief veel 15- tot 65-jarigen een uitkering voor arbeidsongeschiktheid. In mei 2014 had bijna 7 procent van de potentiële beroepsbevolking in Nederland een dergelijke uitkering . In vijf gemeenten in Zuid-Limburg liggen deze aandelen tussen 11,6 en 13,2 procent. Ook in veel gemeenten in Groningen en Drenthe zijn deze percentages arbeidsongeschiktheidsuitkeringen relatief hoog.
15- tot 65-jarigen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, mei 2014 (%)
Verslechterde economische omstandigheden en selectieve migratie
De toename van de uitkeringsafhankelijkheid in krimpgebieden hangt samen met de verslechterde economische omstandigheden. Zo ging de werkgelegenheid in deze krimpgebieden bovengemiddeld hard achteruit, en is het moeilijker geworden om in de omgeving een baan te vinden.
Daarnaast speelt zogeheten selectieve migratie een rol. Mensen met goede carrièreperspectieven trekken naar de steden in het westen. Deze interregionale verhuizers zijn hoofdzakelijk jongvolwassenen en mensen in de gezinsvormende leeftijd. Een vertrekoverschot gaat daarom in een regio vaak gepaard met versnelde vergrijzing van de bevolking. Bij een sterker vergrijsde beroepsbevolking neemt de kans op ziekteverzuim en een verhoogde arbeidsongeschiktheid toe.
Relatieve bevolkingsontwikkeling per gemeente tussen mei 2004 en mei 2014 (%)
Bron: Bevolking van vertrekregio’s blijft sociaal-economisch achter
Downloads
- PDF - 2013-11-02-b15-art