Werkloosheid daalt in augustus opnieuw
- Weer meer mensen aan het werk
- In de afgelopen vier maanden vooral minder 25- tot 45-jarigen werkloos
- Aantal WW-uitkeringen in augustus gedaald
- Grootste afname WW-uitkeringen vanuit bouwnijverheid
Het aantal werklozen is voor de vierde maand op rij gedaald. Dit maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag bekend. De afgelopen maanden zijn er meer mensen aan het werk gegaan. De werkloosheid nam in augustus af met 13 duizend personen en kwam uit op 8 procent van de beroepsbevolking. Deze daling van de werkloosheid kwam vrijwel volledig voor rekening van personen jonger dan 45 jaar.
Uit cijfers van UWV blijkt dat het aantal WW-uitkeringen in augustus met 7 duizend is afgenomen tot 430 duizend.
Opnieuw zijn meer mensen aan het werk
De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid kwam in augustus uit op 632 duizend personen. Het aantal werklozen is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 14 duizend per maand gedaald. Dit komt voor een groot deel doordat meer werklozen aan het werk zijn gegaan. Hiermee zet de ontwikkeling die in het kwartaalbericht arbeidsmarkt werd bericht zich voort. In de afgelopen drie maanden is de werkzame beroepsbevolking (personen die twaalf uur of meer per week werken) met gemiddeld 9 duizend personen per maand gegroeid. Het aantal werkenden neemt nu vijf maanden op rij toe. De werkzame beroepsbevolking kromp in het eerste kwartaal nog sterk met gemiddeld 18 duizend personen per maand.
Werkloosheid neemt vooral af onder 25- tot 45-jarigen
De werkloosheid is in de afgelopen vier maanden het sterkst gedaald onder 25- tot 45-jarigen. Het aantal werklozen in deze leeftijdsgroep is voor het eerst iets lager dan bij 45-plussers, waar de daling van de werkloosheid minder sterk was. Wel deed de groei van het aantal werkenden zich vooral voor bij de 45-plussers. De arbeidsparticipatie van deze groep vertoont echter al jaren een stijgende trend. De werkzame beroepsbevolking onder 25 tot 45 jarigen is de afgelopen maanden licht toegenomen. Deze toename volgt op een vrijwel voortdurende daling van twee jaar. Het aantal werkloze jongeren neemt al ruim een jaar af, maar er komen vooralsnog niet meer werkzame jongeren bij. Zij kozen relatief vaak voor het volgen van een opleiding en stellen daarmee hun deelname op de arbeidsmarkt uit.Minder uitkeringen vanuit bouwnijverheid
Het aantal lopende WW-uitkeringen nam in augustus af met 1,5 procent tot 430 duizend. In augustus vorig jaar steeg het aantal uitkeringen nog met ruim 1 procent. De daling deed zich alleen voor bij mannen, bij vrouwen bleef het aantal uitkeringen vrijwel gelijk. UWV noteerde afgelopen maand een afname van het aantal uitkeringen in bijna alle provincies en nagenoeg alle leeftijdsgroepen. Onder jongeren tot 25 was de daling relatief het grootst. Alleen bij 55-plussers nam het aantal uitkeringen licht toe.
Vanuit de bouwnijverheid nam het aantal uitkeringen in augustus relatief het sterkst af. De sector onderwijs liet, zoals gebruikelijk in de zomerperiode, een sterke toename zien. De sector zorg, welzijn en cultuur vertoonde in augustus een bescheiden stijging.
In 2014 veel meer uitkeringen beëindigd vanwege werkhervatting
UWV verstrekte in de periode januari tot en met augustus van dit jaar 404 duizend nieuwe WW-uitkeringen, vrijwel evenveel als in dezelfde periode in 2013. Het aantal beëindigde uitkeringen nam dit jaar met 19 procent toe tot 411 duizend. UWV beëindigde ongeveer 200 duizend uitkeringen vanwege werkhervatting, 20 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar.
Werkloosheid in Nederland relatief laag
De werkloosheid in Nederland volgens de definitie van de International Labour Organisation (ILO) kwam in augustus uit op 6,6 procent van de beroepsbevolking. In juli was dat nog 6,7 procent. Daarmee is de werkloosheid in Nederland internationaal gezien relatief laag. De werkloosheid in de Eurozone bedroeg in juli namelijk 11,5 procent en in de Europese Unie als geheel 10,2 procent. Met circa 5 procent was de werkloosheid het laagst in Oostenrijk, Duitsland en Malta.
Het belangrijkste verschil tussen de nationale en de internationale definitie van de beroepsbevolking is het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. Volgens de internationale definitie, die aansluit bij de richtlijnen van de ILO, wordt iedereen geteld die werkt of wil werken, ook scholieren met een bijbaantje. Dat betekent dat de grens op één uur per week ligt. Volgens de nationale definitie omvat de beroepsbevolking personen die een substantieel aantal uren per week betaald werken of dat daadwerkelijk willen. Daarom is de grens bij twaalf uur per week gelegd.
Met ingang van 2015 zal het CBS de hoofdindicator van de werkloosheid baseren op de definitie van de ILO.