Langdurige aandoening halveert kans op werk
Van de personen met een langdurige aandoening die in 2008 aan de kant stonden, had een jaar later 7 procent werk gevonden. Dat was ruim de helft minder dan bij personen zonder aandoening. Personen met een aandoening én een arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben het steeds moeilijker op de arbeidsmarkt.
Ook hogere leeftijd van invloed op geringe kans op werk
In 2008 waren er 1,2 miljoen personen van 15 tot 65 jaar met een langdurige aandoening die niet tot de werkzame beroepsbevolking behoren. Een jaar later hadden van deze groep 86 duizend mensen werk gevonden voor 12 uur of meer per week ofwel 7 procent. Van de groep zonder langdurige aandoening was dit 18 procent.
Leeftijd blijkt echter belangrijker voor de kans op werk: in 2009 had 3 procent van de gezonde mensen van 55 tot 65 jaar na een jaar werk gevonden. Voor jongvolwassenen van 15 tot 35 jaar mét een langdurige aandoening was dat percentage 18 procent.
Instroom in de werkzame beroepsbevolking, van 2008 op 2009
Bij gezondheidsbeperking ook grotere kans op werkuitval
In 2008 telde de werkzame beroepbevolking bijna 1,3 miljoen personen met een langdurige aandoening. Een jaar later was bijna 10 procent van hen werkloos of hoorde niet meer tot de beroepsbevolking. Voor personen zonder een langdurige aandoening was dat 6 procent. Bij jongere en oudere leeftijdsgroepen is de groep die een jaar later geen werk meer heeft relatief groot.
Uitstroom uit de werkzame beroepsbevolking, van 2008 op 2009
Arbeidsongeschikten blijven steeds verder achter op de arbeidsmarkt
Personen met een langdurige aandoening die een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen, komen steeds minder vaak aan de slag. In 2003 vond nog bijna 4 procent van hen binnen een jaar werk. In 2008 was dat afgenomen naar bijna 3 procent. Personen met een langdurige aandoening maar zonder uitkering lukt het juist vaker om werk te vinden.
Personen met langdurige aandoening en instroom in de werkzame beroepsbevolking
John Michiels
Bron: