Meer hoger opgeleide vrouwen, meer arbeidsdeelname
In de periode 1996-2009 is het opleidingsniveau van vrouwen van 25 tot 35 jaar sterk gestegen. Dit heeft bijgedragen aan de toegenomen arbeidsdeelname van vrouwen. Wel is voltijds werken onder hoogopgeleide vrouwen minder populair geworden.
Opleidingsniveau vooral bij vrouwen sterk gestegen
De afgelopen jaren is het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking toegenomen. Dit geldt vooral voor vrouwen: zij hebben de mannen inmiddels ingehaald. In 1996 had nog ruim een op de vijf vrouwen in de leeftijd van 25 tot 35 jaar een hbo- of wo-diploma. Bij de mannen was dat een op de vier. In 2009 was het aandeel hoogopgeleiden opgelopen tot 42 procent van de vrouwen en 36 procent van de mannen.
Aandeel hoogopgeleide 25- tot 35-jarigen
Jongere vrouwen vaker een betaalde baan
Ook de netto-arbeidsparticipatie van de 25- tot 35-jarige vrouwen is gestegen: van 63 procent in 1996 naar 79 procent in 2009. Hiermee hebben ze de achterstand op mannen gedeeltelijk ingelopen. Van de mannen was zowel in 1996 als in 2009 bijna 90 procent werkzaam.
Netto-arbeidsparticipatie vrouwen (25 tot 35 jaar) naar opleidingsniveau
Laagopgeleide vrouwen werken minder vaak dan hoogopgeleide
Hoger en middelbaar opgeleide vrouwen hebben vaker een betaalde baan dan lager opgeleiden. In 2009 waren negen op de tien hoogopgeleide vrouwen werkzaam. Bij vrouwen met een middelbare opleiding was dat 80 procent en bij laagopgeleiden iets meer dan de helft.
Vooral de sterke stijging van het aantal hoogopgeleide vrouwen heeft een rol gespeeld bij de stijging van de totale arbeidsdeelname.
Voltijdbaan minder geliefd bij hoogopgeleide vrouwen
Werkzame hoogopgeleide vrouwen van 25 tot 35 jaar hebben echter naar verhouding steeds minder vaak een voltijdbaan. In 1996 werkte 59 procent van deze vrouwen 35 uur of meer per week. Dat was in 2009 gedaald tot 52 procent. Deze daling is bijna geheel gecompenseerd door de toename van vrouwen met een grote deeltijdbaan van 20 tot 35 uur per week.
Hoogopgeleide vrouwen (25 tot 35 jaar) naar arbeidsduur
Marian Driessen
Bron: StatLine: Beroepsbevolking; geslacht en leeftijd