Nederlandse pensioenvoorzieningen hoogste van Europa
Nederlandse huishoudens hebben bij pensioenfondsen en levensverzekeraars een flinke voorziening voor hun pensioen opgebouwd. Eind 2006 beheren deze instellingen 941 miljard euro aan pensioengeld. Dat is bijna 1,8 keer de waarde van het bruto binnenlands product (bbp). De Nederlandse pensioenvoorzieningen zijn relatief het hoogst van alle EU-landen. Denemarken is een goede tweede, Oost-Europese landen blijven ver achter.
Drie pijlers van pensioenvoorziening in Nederland
De pensioenvoorziening in Nederland is op drie pijlers gebaseerd: AOW arbeidsgerelateerde pensioenverzekeringen met een collectief karakter en individueel afgesloten pensioenverzekeringen. De collectief en individueel afgesloten verzekeringen worden beheerd door pensioenfondsen en levensverzekeraars. Eind 2006 was het door deze instellingen beheerde bedrag bijna tweeënhalf maal zo hoog als in 1995. Vooral de waarde van collectieve pensioenfondsen is gestegen.
Pensioenvoorzieningen in Nederland
Koplopers in Europa
Er zijn twee financieringssystemen voor pensioenen. In Nederland is de eerste pijler gebaseerd op het omslagstelsel, de tweede en derde pijler op een kapitaaldekkingsstelsel. Met de goedgevulde voorzieningen van de tweede en derde pijler (176 procent van het bbp) neemt Nederland binnen Europa een uitzonderingspositie in. In Denemarken zijn deze voorzieningen 102 procent van het bbp. In Zweden en Frankrijk is het ongeveer twee derde van het bbp. Het Europese gemiddelde komt uit op 55 procent van het bbp.
Roemenië, Letland en Litouwen blijven ver achter
De pensioenvoorzieningen in Letland, Litouwen en Roemenië komen niet boven de 2 procent van het bbp uit. In landen met geringe pensioenvoorzieningen worden de pensioenen in belangrijke mate betaald uit de premieontvangsten van de werkenden. Daarnaast kunnen gepensioneerden hun pensioen aanvullen met spaargelden en de opbrengst van effecten en onroerend goed.
Pensioenvoorzieningen, 2005
Pensioenvoorzieningen Nederland ook snelst gestegen
De collectief en individueel afgesloten pensioenvoorzieningen zijn in de periode 1995–2005 in alle landen toegenomen. In Nederland zijn deze het snelst gestegen, van 126 tot 172 procent van het bbp. Ook in Denemarken, België, Zweden en Frankrijk namen de voorzieningen meer dan gemiddeld toe.
Mutatie in pensioenvoorzieningen, 1995–2005
Jan Ramaker
Bron: StatLine, Verzekeringstechnische voorzieningen Nederland